Wat is orthomoleculaire therapie

 

De term ‘orthomoleculair’ werd voor het eerst gebruikt in 1968, door professor Linus Pauling. Het woord ‘orthos’ komt uit het Grieks en betekent ‘recht’, ‘gezond’ of ‘juist’.

‘Moleculair’ betekent zoveel als ‘het molecuul betreffende’. De term orthomoleculair betekent dus ‘de juiste / gezonde moleculen betreffende’. Maar wat houdt dit nu eigenlijk in?

 

De orthomoleculaire geneeskunst bestaat al lang, maar krijgt in de afgelopen jaren steeds meer bekendheid door het groeiende aantal (chronische) ziekten. Deze ziekten ontstaan vaak door een niet bij het dier passend eetpatroon en een bijbehorend tekort of een overdaad aan bepaalde vitaminen, mineralen of andere voedingsstoffen. En deze kunnen op hun beurt weer leiden tot gezondheidsproblemen.

 

Het gebruik van voedingssupplementen wint bij mensen al sinds enkele jaren aan populariteit en zie je nu ook steeds meer bij honden. Als orthomoleculair therapeut werken we dagelijks met supplementen. De mogelijkheden zijn enorm: we kunnen ondersteuning bieden aan zieke dieren, ondersteunen bij gedragsproblemen en (vooral) zorgen dat dieren zo lang mogelijk gezond blijven. Preventief werken dus!
Kortom, heel interessant. Alleen: hoe pas je supplementen toe? En welke kies je?
En juist daar gaat het vaak mis. De grootste misvatting is wel: ‘het zijn natuurlijke middelen, dus baat het niet, schaden doet het ook niet’…
 
Dat is helaas niet zo. Er zijn veel natuurlijke middelen of planten die heel erg schadelijk kunnen zijn bij (verkeerd) gebruik. Er kunnen (voor de hond) schadelijke stoffen in zitten, er kan interactie zijn met (reguliere) medicatie, er kan een contra-indicatie zijn (bijvoorbeeld tijdens dracht, bij bepaalde ziekten, etc).


Laten we vooropstellen: orthomoleculaire therapie en de inzet van supplementen is gebaseerd op wetenschap. We ‘doen dus niet zomaar wat’. Onze orthomoleculair therapeuten hebben hier jarenlang voor gestudeerd op hoog niveau en blijven constant up to date van de laatste ontwikkelingen op dit gebied. En die ontwikkelingen gaan razendsnel! Het aantal onderzoeksresultaten op suppletiegebied is ontelbaar. Een fascinerend vakgebied dus, het leeft, het beweegt en is volop in ontwikkeling.
 
Dit geeft direct al aan dat er veel te leren valt hierover. Kennelijk wordt er veel gepubliceerd over resultaten van bepaalde stoffen bij ziekte, bij gedragsproblemen, ter preventie van ziekten en voor het behoud van een optimale gezondheid. Het is duidelijk dat veel stoffen kunnen bijdragen aan een betere gezondheid. Dat zet aan tot meer onderzoek.
 
Door het verzamelen van al deze resultaten, het lezen van honderden publicaties, het dagelijks bijhouden van de ontwikkelingen én de ervaringen uit de praktijk, kunnen we maatwerk leveren. Want net als bij voeding bestaat er geen ‘perfecte suppletie’. Het individu bepaalt, samen met de eigenaar.
 
En áls je al weet welke stof / supplement je wil inzetten, hoe weet je dan welk merk je moet kiezen? Zijn ze allemaal hetzelfde? Bevatten ze hetzelfde gehalte gestandaardiseerde werkzame stoffen? Zijn er veel kwaliteitsverschillen? Kunnen we supplementen voor mensen ook inzetten voor honden? En zo ja, in welke dosering?
 

Tja, lastig he? Zo zien we soms de meest gevaarlijke ‘adviezen’ voorbijkomen op vooral social media met betrekking tot supplementen voor honden. Adviezen (vaak via-via: ‘de buurvrouw gaf dit aan haar hond en vervolgens is hij 21 jaar oud geworden’) die nergens op gebaseerd zijn en waarbij de ‘adviseur’ niet gehinderd wordt door enige kennis.

Het kan zijn dat de inzet van een bepaalde vitamine de opname van een andere vitamine tegengaat. Hetzelfde zien we bij mineralen. Zou je bijvoorbeeld extra calcium geven aan je hond  - dat raden we feitelijk nooit aan - , dan gaat dat ten koste van de opname van zink. En juist zink is een mineraal dat vaak toch al te weinig via de basisvoeding wordt aangevoerd.
 
Een ander voorbeeld: de hond heeft al lange tijd diarree. Vaak wordt dan geadviseerd om probiotica in te zetten. We hebben het dus over levende bacteriën. Waarbij er bij chronische diarree best kans is dat de darmwand ontstoken en kapot is. Wil jij levende bacteriën gebruiken op een kapotte huid? Nee toch? Aangezien een darmwand ook een huid is (een binnenhuid, een slijmvlies), is de inzet van probiotica bij chronische darmproblematiek dus zéker niet de aangewezen eerste stap.
 
Een laatste voorbeeld: kurkuma! Wat een fantastische plant (we gebruiken de wortel: geelwortel). De therapeutische toepassingen zijn enorm. Wetenschappelijke onderzoeken hebben onomstotelijk vastgesteld dat kurkuma bij diverse kwalen met succes kan worden ingezet. Maar welk supplement neem je? Of gebruik je gewoon de gemalen wortel uit een potje? Is toch ook geelwortel?
Het probleem met kurkuma is dat het enerzijds erg slecht wordt opgenomen in de darm. Daarnaast - áls het al is opgenomen - worden de werkzame stoffen al snel in de lever omgezet in niet-werkzame stoffen.
Gelukkig hebben sommige supplement-fabrikanten hier fantastische oplossingen voor gevonden: de inhoudsstoffen van kurkuma worden gekoppeld aan andere natuurlijke stoffen. Hierdoor wordt de opneembaarheid verbeterd én de inhoudsstoffen worden niet omgezet in de lever. Ze komen als werkzame stof aan in de weefsels, daar waar ze hun positieve werking kunnen uitvoeren!

 

Kortom: de inzet van suppletie bij honden is absoluut aan te raden in veel gevallen, voor veel verschillende doeleinden. Maar om dit goed te doen, is het belangrijk dat je de hulp inroept van een orthomoleculair therapeut. Hij of zij kan je niet enkel een veilig advies geven, maar tevens een advies dat therapeutische waarde heeft.

 

Goed om te weten:

Als de situatie hierom vraagt werken wij samen met een / jouw gedragstherapeut, osteopaat, dierenarts en andere disciplines.

Orthomoleculaire voedingstherapeuten zijn geen dierenartsen. In geval van twijfel word je doorgestuurd naar een dierenarts.